Mijn boek is bijna af!

Al de hele zomer zindert het. Mijn boek is bijna af! Nog een paar aanpassingen en uitzoeken hoe ik met QR codes ook mijn liedjes en luisteroefeningen in kan voegen. En dan dus kijken hoe ik het uit kan geven en wat het eigenlijk kost om dat allemaal te laten drukken. Hier is een stukje uit het boek… 

Santa Catalina

Toen ik me goed genoeg voelde om verder te reizen, nam ik de boot en daarna de bus naar Santa Catalina. Het was een klein kustdorp met prachtige bounty stranden, groene bladeren en surfers in de branding. Een paradijs aan de oppervlakte—maar als je iets beter keek, zag je dat ze kampten met een enorm probleem.

Overal lag afval. In de bermen, in de jungle, tussen de rotsen en zelfs in tuinen en op het strand. Er kwam elke dag een vrachtwagen met voedsel naar de supermarkt, maar niets van het verpakkingsmateriaal werd teruggenomen. Alles wat hier binnenkwam, bleef. En wat niet bleef, verdween via regen en rivieren—de zee in.

Ondanks mijn vermoeidheid organiseerde ik opruim wandelingen met het hostel waar ik verbleef. Ik gaf voorlichtingen en met groepen gasten en geïnteresseerden, ruimden we vervolgens het strand op. Terwijl we in groepjes met elkaar strijdden om de grootste hoeveelheid afval te vinden, groeide onze triomf omdat we samen een verschil aan het maken waren. Het was heet en soms zwaar werk, waarbij we ook de kleine gekleurde stukjes plastic van het strand raapten, ons begaven in prikkelbosjes om plastic flesjes te pakken en kleine stukjes piepschuim bij elkaar visten, maar het gaf veel voldoening.

Op een dag besloot ik met een paar anderen de afvalberg op te zoeken. Twee uur reden we over een stoffige zandweg, onder de felle zon. Ik had me voorbereid op een soort stortplaats waar afval werd verwerkt, maar wat ik aantrof, was een open terrein waar het afval simpelweg werd verbrand. Geen sortering, geen opslag, geen verwerking—alleen rook, stank en zwarte as.

Ik sprak met lokale bewoners en hoorde hun verhalen. Hoe ze een jaar eerder zelf waren begonnen met recyclen. Met hoop, toewijding en zelfgemaakte systemen. Totdat hun recycle machine kapot ging. Er was geen geld voor reparatie en ook geen overheidssteun. Alles wat niet werd verbrand, hoopte zich op of werd door de dorpelingen bij de rivier gelegd in de hoop dat de zee het met hoog water meenam. Het voelde als dweilen met de kraan open.

Met kerstavond werd ik uitgenodigd bij mijn hostel om wat van mijn liedjes te laten horen en pardoes werd ik uitgenodigd bij een gezin om mee te eten van de grote vis die ze besteld hadden. Helaas liet die op zich wachten, want de elektriciteit viel uit en daar zaten we in het donker onder een gigantische sterrenhemel. “ Dit is wel heel speciaal, zo onder de sterren,” zei de man die me had uitgenodigd. “Ja,” beaamde ik, “echt kerstachtig zo.” Zijn vrouw keek me geinteresseerd aan. “Wat brengt jou hier?” vroeg ze. Ik vertelde mijn verhaal en een man van Duitse afkomst die duidelijk zijn pensioen aan het vieren was als toerist in warme oorden, kwam erbij zitten. “Wat goed dat je dat doet! Ik snap echt niet dat de mensen hier zomaar hun afval op straat gooien. “Ongemanierd!” Hij schudde verontwaardigd met zijn hoofd.

Ik haalde mijn schouders op. “Helaas maakt het weinig uit wat ze doen, want er is hier geen manier om het afval te verwerken. Als iemand verantwoordelijk is voor het afvalprobleem, is het de verpakkingsindustrie. Zorgen dat er minder plastic het land in komt zou…” De man onderbrak mijn betoog. “Ja maar het gebeurt niet alleen hier, ook in andere landen worden de stranden bedolven onder het afval. Alsof ze in arme landen nog niet de mentaliteit hebben om alles gewoon weg te gooien! Kijk maar eens wat een rotzooi het is!”

Ik wilde zeggen dat op het strand verpakkingen lagen die wellicht uit de westerse landen waren aangespoeld en dat het ook de westerse verpakkingsindustrie was geweest die niet afbreekbare materialen het land in hadden gebracht, maar in plaats daarvan beet ik licht geïrriteerd op mijn tong en mengde ik me gauw in het gesprek dat mijn buurvrouw had met de vrouw naast haar over de documentaire “Searching for sugarman”.

De confrontatie zette me aan het denken. Niet alleen vanwege de milieuproblematiek, maar omdat het iets raakte in mijn eigen zoektocht. De vermoeidheid die ik al jaren met me meedroeg, mijn diepe wens om van betekenis te zijn, om verschil te maken—en de vraag of dat wel kon, in een wereld waar de systemen zelf ziek waren. Ik vroeg me af of het überhaupt zin had om op te ruimen, als het fundament zo scheef stond.

En toch… elke keer dat ik weer een fles uit het zand haalde, elke keer dat ik een andere reiziger wist te inspireren om mee te doen, voelde ik iets verschuiven. Misschien zou het plastic morgen terug zijn. Maar ík had gekozen. Niet voor opgeven, maar voor bewustzijn. Voor betrokkenheid. Voor een handeling die, hoe klein ook, wél klopte met wat ik voelde. Het zaadje dat ik plantte was misschien niet eens zozeer eentje van uiterlijke verandering, maar van verandering van mentaliteit.

Vergelijkbare berichten